Het Klimaatakkoord
Nederland heeft internationaal afgesproken om in 2030 49% minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990. Om dat te realiseren hebben overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt voor de sectoren industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving, elektriciteit en landbouw en landgebruik.
Omgevingswet en Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. De wet staat voor een goede balans tussen ruimte voor ontwikkeling en het beschermen van de fysieke leefomgeving. Iedere bestuurslaag – gemeente, provincie, waterschap en Rijk – ontwikkelt een visie op de fysieke leefomgeving: de Omgevingsvisie. De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving van Nederland. In het kabinetsstandpunt over de NOVI staan urgente onderwerpen en denkrichtingen, onder andere over klimaatverandering en energietransitie. De NOVI levert straks inspiratie op voor de Regionale Energiestrategie (RES).
Programma Aardgasvrije Wijken
In het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken werken het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten samen om gemeenten en betrokken partijen zo goed mogelijk te ondersteunen in de aardgasvrije opgave. Samen leren we op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Op basis van praktijkervaring worden knelpunten gesignaleerd, geagendeerd en waar mogelijk opgelost. Dit doen we via grootschalige proeftuinen en een Kennis- en Leerprogramma voor alle gemeenten. De proeftuinen en het Kennis- en Leerprogramma zorgen voor een vliegwiel, zodat gemeenten samen met de betrokken partijen op een steeds grotere schaal in staat zijn te starten met de wijkgerichte aanpak.
Meer informatie: www.aardgasvrijewijken.nl
Expertise Centrum Warmte
Het Expertise Centrum Warmte (ECW) is er voor gemeenten. Het is een deskundig en onafhankelijk kenniscentrum, dat gemeenten ondersteunt op technisch, economisch juridisch en duurzaamheidsvlak als het gaat om de warmtetransitie van de Nederlandse woningen en gebouwen. Dat doet het ECW onder meer met de Leidraad (met als onderdelen de Startanalyse en de Handreiking Lokale Data), de handreiking marktordening en een helpdesk. De Startanalyse biedt gemeenten op buurtniveau voor zes warmtestrategieën een eerste beeld van de technisch-economische en duurzaamheidsgevolgen (zoals kosten, energievraag, CO2-uitstoot).
Meer informatie: www.expertisecentrumwarmte.nl
De Regionale Energiestrategie (RES)
Een Regionale Energiestrategie vertaalt een deel van de nationale afspraken uit het Klimaatakkoord voor de sectoren Elektriciteit en Gebouwde Omgeving naar de regio. De RES beschrijft onder meer de mogelijkheden voor hernieuwbare energieopwek in de regio. Nederland is verdeeld in 30 RES-regio’s van gemeenten, provincies en waterschappen. In die RES-regio’s nemen de overheden samen het initiatief om met maatschappelijke partners, bedrijfsleven, netbeheerders en bewoners, tot maatschappelijk gedragen concrete voorstellen te komen. Deze voorstellen gaan over de opwek van hernieuwbare energie, bijbehorende infrastructuur en warmte(rest)bronnen.
Een Regionale Energiestrategie is ook een belangrijk instrument om te zorgen voor zorgvuldige ruimtelijke inpassing van deze voorstellen in relatie tot andere ruimtegebruikers en -functies, boven en onder de grond.
Regionale Structuur Warmte
Elke RES-regio levert ook een Regionale Structuur Warmte (RSW) op. Die geeft inzicht in de regionale warmtevraag en beschikbare regionale warmtebronnen. Met die informatie schetst de Regionale Structuur Warmte de kansen voor het gebruik van warmtebronnen voor nu en de toekomst. De RSW beschrijft ook wat voor impact de warmtebehoefte heeft op het elektriciteitsnet. De regionale benadering van de Regionale Structuur Warmte helpt knelpunten en kansen van bovengemeentelijke bronnen in relatie tot warmtevragers inzichtelijk te maken. De Regionale Structuur Warmte levert belangrijke input voor de Transitievisie Warmte van de gemeente. Definitieve keuzes die voortkomen uit de uitvoeringsplannen op wijkniveau worden meegenomen in vervolgversies van de RES 1.0. Dit is dus een proces dat elkaar onderling kan beïnvloeden en dat zich ontwikkelt aan de hand van voortschrijdend inzicht.
Meer info: www.regionale-energiestrategie.nl
Omgevingswet en regionale en lokale Omgevingsvisies
Net als de Nationale Omgevingsvisie bieden de Gemeentelijke en Provinciale Omgevingsvisies denkrichtingen en inspiratie voor een goede balans tussen het ontwikkelen en beschermen van de fysieke leefomgeving. De waterschappen benutten hiervoor het waterbeheerprogramma. De denkrichtingen zijn van belang voor de op te stellen RES. De overheden verankeren via de democratische weg de RES in hun Omgevingsbeleid via Omgevingsvisie, Omgevingsplan, Programma’s en Omgevingsverordening. Daarin wegen zij de gevolgen van de RES af tegen andere belangen in de leefomgeving.
Aardgasvrije Wijken
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over aardgasvrije wijken. Het doel is om in 2050 alle wijken in Nederland van het aardgas af te hebben. Het gaat in totaal om bijna acht miljoen huizen en één miljoen andere gebouwen. De gemeente krijgt hierin de regierol. Gemeenten stellen uiterlijk 2021 een Transitievisie Warmte vast. In de Transitievisie Warmte staat welke wijk wanneer van het aardgas af gaat. Voor de wijken die voor 2030 aan de beurt zijn staan in de Transitievisie Warmte ook de mogelijke alternatieve warmteoplossingen weergegeven. Na, of parallel aan het vaststellen van de Transitievisie Warmte kan een gemeente aan de slag met een uitvoeringsplan op wijkniveau. In dit uitvoeringsplan wordt besloten over de definitieve einddatum van het aardgas en het definitieve warmtealternatief.
De Leidraad
De Leidraad is een instrument dat gemeenten helpt bij het opstellen van goed onderbouwde transitievisies warmte en wijkuitvoeringsplannen. De Leidraad biedt een solide basis voor het maken van een analyse die gemeenten kunnen gebruiken bij het opstellen van een transitievisie warmte en uitvoeringsplannen. Werken aan de warmtetransitie zal voortdurend nieuwe inzichten opleveren die gedurende dat proces kunnen worden benut. De vernieuwde Leidraad verenigt de beste inzichten van dit moment en is een goede basis om aan de slag te gaan. Het Expertise Centrum Warmte (ECW) blijft op de hoogte van ontwikkelingen en kan gemeenten ondersteunen hoe met deze ontwikkelingen om te gaan. De Leidraad bestaat uit twee onderdelen: de Startanalyse, gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), en de Handreiking voor lokale analyse, gemaakt door het Expertise Centrum Warmte (ECW).
Transitievisie Warmte
In de Transitievisie Warmte staat welke wijk wanneer van het aardgas af kan gaan. Als een wijk vóór 2030 op de planning staat om van het aardgas af te gaan, worden ook de mogelijke alternatieve warmtebronnen beschreven. Uiterlijk eind 2021 moet de gemeenteraad de Transitievisie Warmte hebben vastgesteld en deze wordt elke vijf jaar geactualiseerd. De gegevens van de Leidraad (landelijk en lokaal) dienen als input voor de Transitievisie Warmte en de RES.
Het doel is om in 2050 alle wijken in Nederland van het aardgas af te hebben. Het gaat in totaal om bijna acht miljoen huizen en één miljoen andere gebouwen. De gemeente krijgt hierin de regierol. Elke gemeente in Nederland moet uiterlijk eind 2021 een Transitievisie Warmte hebben vastgesteld (zie laag 'gemeente' voor meer info). Nadat de Transitievisie is vastgesteld (of parallel daaraan) kunnen gemeenten aan de slag met de uitvoeringsplannen op wijkniveau.
Uitvoeringsplan op wijkniveau
De gemeente stelt een uitvoeringsplan op wijkniveau op in samenwerking met gebouweigenaren en andere stakeholders en beschrijft hierin welke definitieve alternatieve warmtebron er in deze wijk gekozen wordt. Ook staat in het plan de definitieve datum genoemd wanneer een wijk daadwerkelijk van het aardgas afgaat.
De gemeenteraad stelt de uitvoeringsplannen uiteindelijk vast.